Toen met de verkiezingen van 1994 het CDA uit het centrum van de politieke macht verdween werd eerst goed duidelijk wat al veel langer in de samenleving aan de gang was: Het christendom was bezig haar greep op het openbare leven te verliezen. Volgens velen stond de val van het CDA dan ook niet op zich. Mismoedig, of met een zekere graagte, werd gewezen op het proces van secularisatie waarvan nu eindelijk ook het CDA de wrange vruchten plukte. In dergelijke analyses wordt ‘secularisatie’ over het algemeen opgevat als een lineair proces waarmee de samenleving zich sinds de Verlichting heeft losgemaakt van de druk van de kerk. Verwacht wordt dan dat dit proces zich geleidelijk zal doorzetten om uiteindelijk te leiden tot het verdwijnen van het christendom uit de samenleving. Hoewel een dergelijke voorstelling van zaken verleidelijk is door haar eenvoud, maakt nadere beschouwing duidelijk dat er meer aan de hand is. Christelijke organisaties blijken zich te repositioneren en vormen zo een forum waarop ook het levensbeschouwelijk argument telt.
Publicatietype
Artikel
Instituut
Academie Theologie
Gepubliceerd in
Beweging, Periodiek orgaan van de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte, jg. 64, nr. 3, p. 4-7, Amsterdam 2000
Trefwoord
Christelijke politiek
Religie
Levensbeschouwing
Identiteit
Groen van Prinsterer
Kuyper
christelijk onderwijs
Sociologie
Christen democratie
politieke geschiedenis
historische pedagogiek
onderwijsgeschiedenis
Geschiedenis
Schoolstrijd