Toen Jorn den Hartog (24) klaar was met zijn opleiding Godsdienst Pastoraal Werk (GPW), wist hij nog niet direct of hij de kopopleiding Leraar Godsdienst/Levensbeschouwing op zijn studie wilde laten volgen. Jorn besloot eerst een jaar te werken, maar ontdekte al snel dat hij op zoek was naar meer vrijheid. Om zijn arbeidskansen te vergroten, schreef hij zich alsnog in voor de 1-jarige kopopleiding op de CHE. “Nu wist ik dat ik er wel klaar voor was.”
Als 18-jarige had hij namelijk ook al voor de klas gestaan. “Ik begon mijn carrière op de CHE bij de opleiding Leraar Godsdienst / Levensbeschouwing”, vertelt Jorn. “Maar in het tweede jaar ben ik overgestapt naar GPW, omdat ik de theologische vlakken veel te interessant vond. Daarnaast merkte ik dat ik er nog niet klaar voor was om al les te geven.”
Nu is dat wel anders. “Ik ben een paar jaar ouder en het lesgeven gaat mij beter af. Ik geniet er zelfs van”, lacht hij. “Ik hecht vooral veel waarde aan persoonlijk contact met leerlingen. Die vijf minuten aan het begin en aan het eind van de les vind ik misschien wel de belangrijkste momenten van zo’n uur. Het zijn de kansen om een persoonlijk praatje te maken en om erachter te komen wat er speelt bij tieners.”
“Het is heel tof dat ik als godsdienstleraar een rolmodel voor tieners mag zijn.”
Jorn den Hartog, student kopopleiding Leraar Godsdienst/Levensbeschouwing
Vertrouwen
Want dat kan van alles zijn, legt hij uit. “Vorige week kwam er na afloop van de les een meisje naar me toe. Ze vertelde mij dat ze niet zo lekker in de groep ligt en dat ze regelmatig wordt gepest. Ik vind het belangrijk dat ik als leerkracht op zo’n moment een luisterend oor kan bieden. Daarnaast zie ik het als een compliment dat zij mij vertrouwt en haar verhaal durft te vertellen.”
Dat is ook een taak van een Godsdienstleraar, vindt Jorn. “Bij Godsdienst moet er ruimte zijn voor een persoonlijk gesprek, en voor vragen die leven bij tieners. Dat betekent dat je als Godsdienstleraar stevig in je schoenen moet staan. Meer dan bij wiskundedocent, die feitelijke stof uitlegt. Bij het vak Godsdienst komt namelijk echt alles aan bod komen, van gesprekken over geloven tot discussies over de dood.”
Maar die scala aan onderwerpen maakt dit vak juist zo leuk, vindt hij. “Daarnaast is het heel tof dat je een rolmodel voor tieners mag zijn. Ik merk dat veel jongeren vaak een bepaald beeld hebben over geloven, en bijvoorbeeld denken dat veel dingen niet mogen als je gelooft. Ik vind het een voorrecht dat ik als leraar mag uitleggen dat dat niet klopt en dat ik mag laten zien hoe het geloof wél van waarde kan zijn.”