“Reports that say that something hasn't happened are always interesting to me, because as we know, there are known knowns; there are things we know we know. We also know there are known unknowns; that is to say we know there are some things we do not know. But there are also unknown unknowns – the ones we don't know we don't know. And if one looks throughout the history of our country and other free countries, it is the latter category that tend to be the difficult ones” (Rumsfeld, 2002)
Misschien herinner je je het nog: de wanhopige pogingen van de westerse wereld om aan te tonen dat Saddam Hoessein en zijn regime beschikte over enorme hoeveelheden gifgas. Een oorlog tegen Irak zocht rechtvaardiging. Een van de hoogtepunten, of misschien beter dieptepunten, van die Golfoorlog was een persconferentie van Donald Rumsfeld waarin hij de fameuze woorden sprak: But there are also unknown unknowns – the ones we don't know we don’t know. Rumsfeld manipuleerde hier zijn publiek (over verhalen die deugen gesproken). De westerse wereld moest het ‘ontoelaatbare’ toelaten. Ondanks sluitend bewijs moest er een oorlog worden begonnen.
Iets zinnigs zeggen over de toekomst
Strategie, denken, fantaseren over de toekomst is iets fascinerends. Op basis van wat nu bekend is, kunnen lijnen naar de nabije toekomst (enkele jaren vooruit) worden getrokken. Veel verder vooruit is bijna onmogelijk. Marijk van der Wende (hoogleraar Universiteit van Utrecht – publiceert over het hoger onderwijs) vertelde dat de scenario’s van de OECD waaraan zij 10 jaar geleden vanuit haar vakgebied aan heeft mee gewerkt, in de vuilnisbak kunnen. Die scenario’s hadden namelijk niet toegelaten dat er een westerse wereld zou kunnen ontstaan waarin Trumpisten en populisten het voor het zeggen zouden krijgen. In de wereld van 10 jaar geleden zou het hoger onderwijs alleen maar internationaler, digitaler en excellenter worden.
De vraag is: hoe kunnen we desondanks iets zinnigs over de toekomst zeggen? Kunnen we daar woorden aan geven? Of willen we ons bijvoorbeeld bij de CHE laten overvallen door de unknown unknowns?
Doe mij maar dit scenario
De afgelopen maanden heb ik, in het kader van mijn verdere onderdompeling in het hoger beroepsonderwijs, deelgenomen aan het leeratelier Strategisch Hoger Onderwijs van de NSOB. De leeropbrengst die ik samen met een groepje medecursisten heb opgeleverd was een scenario-analyse. In een dergelijke analyse wordt de toekomst op basis van twee assen (twee grote onbekende variabelen) opgedeeld in vier mogelijke ‘toekomsten’: (1) is de huidige situatie van ‘Own country first’ een tijdelijke hick up in het proces van internationalisering of een voorspeller van nog verdergaand nationalisme? (meer/minder internationalisering) en (2) gaan we naar een steeds meer alom aanwezige staatssturing of wordt het steeds meer zelfsturing/markt? (overheidssturing vs. zelfsturing).
De grap bij scenarioplanning is dat bestuurders vaak in de valkuil stappen: doe mij maar dit of dat scenario. In dit geval lijkt mij het scenario ‘grenzeloze vrijheid’ erg aantrekkelijk. Helaas, zo maakbaar is de toekomst niet. Scenario’s helpen om beslissingen over de toekomst te nemen. De vraag is: over welke beslissingen krijg je in geen van de scenario’s spijt (no regret acties)?
Stel jezelf de vraag
Als je jezelf deze vraag stelt heb je trouwens al een hele hobbel genomen: je accepteert/aanvaardt dan dat je werk, de hogeschool, de CHE, Nederland, enzovoorts er over pakweg 10 jaar heel anders uitziet dan nu. Je laat toe dat er dingen kunnen gebeuren die de toekomst helemaal op zijn kop zetten. In het scenario 'Vrijheid binnen de landsgrenzen’ wordt de Brexit een enorm succes voor Groot-Brittannië en verliezen Merkel in Duitsland en Macron in Frankrijk de verkiezingen ten gunste van populistische partijen.
En als je dat accepteert: wat moet je dan nu doen? Wat moet de CHE dan nu doen? Van welke acties krijgen we dan in ieder geval geen spijt? Boeiend om hier met elkaar als bestuurders, collega’s en werkveldpartners over na te denken.
De toekomst heeft ook iets met vertrouwen van doen. Misschien zit daar wel de kracht van de CHE: weten dat we in een ‘gebroken wereld’ leven, een diep besef dat we geroepen zijn deze aarde te bewerken (cultuuropdracht) maar dat het uiteindelijk niet van ons afhangt. Het zou mooi zijn als dat een ‘known known’ is.